Pasta soorten

Door: Marije Smeenge op 29 juni 2015

Echte pastaliefhebbers weten het allang: je kunt iedere dag van het jaar pasta eten zonder twee dagen hetzelfde op je bord te hebben. Pasta is er letterlijk in honderden vormen. Er zijn lange pasta (pasta lungo) zoals spaghetti en vermicelli, lange platte soorten zoals (van smal naar breed) trenette, fettucine, tagliatelle en papardelle, en holle zoals maccheroni.

Dan heb je de korte (pasta corta), bijvoorbeeld penne (buisjes), fusilli (spiraaltjes) en farfalle (vlindertjes) en gevulde soorten zoals ravioli en tortellini. Er bestaat pasta die gekleurd is met spinazie, tomaat, safraan, bietjes en inktvisinkt en pasta die op smaak is gebracht met knoflook, chilipeper, truffel of zelfs chocolade.

Over pasta koken wordt wel eens ingewikkelder gedaan dan nodig is. Iedereen blijft maar zeggen dat pasta al dente moet zijn: letterlijk ‘aan de tand’ van binnen nog stevig. Op zich is dat terecht: het laatste wat je wilt is eindigen met over gare slierten-in-saus. Maar het één na laatste wat je wilt is pasta die van binnen nog hard en taai is en naar rauwe bloem smaakt.

Elke streek heeft zijn eigen traditionele pasta’s en de producenten ontwerpen ook steeds nieuwe vormen en soorten. Er wordt wel eens gezegd dat er even vaak nieuwe vormen van pasta op de markt verschijnen als nieuwe modellen op de catwalk van Milaan. Om het nog lastiger te maken zijn er voor dezelfde vorm op verschillende plaatsen verschillende namen.

Zo heet tagliatelle in Rome ‘fettuccine’ en zijn maccheroni in Italië over het algemeen niet de elleboogjes die wij als macaroni kennen maar lange holle buisjes. Wanhoop dus niet als je de voorgeschreven pastasoort in een recept niet kunt vinden: er zijn vele mogelijkheden en eigenlijk geen vaste regels. Bedenk vooral welke pasta goed zou passen bij de saus die je wilt maken.

Bron foto