Spaghetti | Etiquette

Door: Marije Smeenge op 21 juli 2015

Spaghetti, en eigenlijk alle pasta, eet je met een vork. Een mes heb je ergens voor nodig, want het klein snijden van de slierten is uit den boze! Italianen combineren pasta en saus heel bewust, dus als er een lange pasta soort geserveerd wordt is dát de pasta die bij deze saus hoort (als het korte pasta had moeten zijn had de kok die wel op je bord gelegd!).

Alle moeite die gedaan is om de pasta precies goed te krijgen teniet doen door hem te gaan snijden, getuigd bovendien aan weinig respect. Een vork dus. Daarmee neem je steeds een beetje spaghetti, die je op een leeg hoekje van het bord rond je vork draait. Het vergt alleen even wat oefening om de goede hoeveelheid op je vork te krijgen.

De hoeveelheid die per persoon wordt geadviseerd kan flink uiteenlopen. Dat kan omdat sommige recepten ervan uitgaan dat je pasta eet als voorgerecht. Ook tussen verse en gedroogde pasta zit verschil omdat gedroogde soorten tijdens het koken behoorlijk meer uitzetten. Ook moet je rekening houden met de saus; een volle romige saus vult meer dan een saus met olijfolie en groente. ga voor voorgerechten uit van 50 tot 75 gram per persoon en voor hoofdgerechten van 100 tot 125 gram.

Het meest geschikt om pasta in te serveren is een voorverwarmd diep bord. Het gerecht koelt door de vorm van het bord niet zo snel af. Bovendien kun je er gemakkelijk en snel uit eten zonder al te veel te knoeien en spetteren met saus.

Vaak gaat er aan tafel nog geraspte (parmezaanse) kaas over de pasta. Heel veel gerechten zijn zónder niet compleet: denk aan tagliatelle alla bolognese, fettucine all’ fredo of penne alla carbonara. Maar bij pastagerechten met paddenstoelen blijft de extra kaas meestal achterwege en bij pasta met vis of zeevruchten hoort het zeker ook niet. Gebruik in elk geval alleen versgeraspte kaas en niet de kant-en-klare soort uit strooibusje, die compleet anders smaakt!

Bron foto